Brief over de vrijstellingsregeling
Op 16 december heeft de minister een brief aan de kamer gestuurd over de vrijstellingsregeling. De kamerbrief handelt over de tegemoetkomingen voor kortingsmaatregelen per einde 2020, maar ook over het FTK in de transitiejaren tot aan overgang naar het nieuwe stelsel. Het transitie-FTK maakt ook onderdeel uit van de consultatie, die opengesteld is tot 12 februari 2021.
De brief kondigt aan dat de regels voor tegemoetkomingen voor het einde van dit jaar overeen zullen komen met die per einde 2019. Dat wil zeggen dat fondsen in 2021 niet hoeven te korten als hun dekkingsgraad ten minste 90% is, en dat de looptijd voor herstelplannen als de dekkingsgraad ten minste 90% is op twaalf jaar mag worden gesteld. Afgaande op een overzicht dat de Pensioenfederatie publiceerde zouden de meeste fondsen als de financiële positie per einde november bepalend was daaraan voldoende hebben om een kortingsmaatregelen te voorkomen, onder de voorwaarde dat zij aantonen dat dat evenwichtig is.
In de jaren van 2022 tot 2026 blijft die ondergrens van 90% gelden, maar moeten fondsen daarnaast aan kunnen tonen dat zij tijdig – dat wil zeggen voor hun voorgenomen transitiemoment – kunnen herstellen tot hun richtdekkingsgraad. Dat geldt daarmee voor het eerst op basis van de financiële positie per 31 december 2021. Om dat aan te tonen wordt een overbruggingsplan in het leven geroepen dat het herstelplan, voor fondsen die het transitie-FTK toepassen, vervangt. De richtdekkingsgraad is het niveau dat een fonds als evenwichtig beschouwt bij overgang naar het nieuwe stelsel. Welk niveau dat is hangt onder meer af van de invaarwijze en het te hanteren projectierendement bij de vaststelling van de uitkeringshoogte. De richtdekkingsgraad moet minimaal 95% bedragen. Fondsen moeten zelf bepalen of zij gebruik willen maken van het transitie-FTK. Voor fondsen die niet of niet meer voornemens zijn te gaan invaren blijft het huidige FTK van toepassing.
Wellicht opvallender nog dan de tegemoetkomingen voor kortingsmaatregelen zijn de versoepelingen voor toeslagen in de transitiejaren voor fondsen die het transitie-FTK toepassen. De toeslagdrempel wordt verlaagd van 110% naar 105%, maar bovendien mogen toeslagen direct volledig worden toegekend zolang die toeslagdrempel ook na toekenning beschikbaar blijft. Daarmee vervallen dus de regels van toekomstbestendige indexatie en de bovengrens die daaruit voortvloeit. Voor inhaalindexatie blijven de wettelijke bepalingen ongewijzigd.
In zijn toelichting gaf de minister aan dat de geleidelijke invoering van de nieuwe UFR-systematiek onveranderd doorgang zal vinden in de jaren tot aan 2024.