Na de invoering van het aangepaste FTK per 1 januari 2015 is deze premiedekkingsgraad onder de 100% gedaald. In 2017 bedroeg de gemiddelde premiedekkingsgraad circa 79%. Veel fondsen zaten ruim onder dat gemiddelde. In 2015 bedroeg de gemiddelde premiedekkingsgraad nog circa 94%, in 2016 was dat al gedaald naar 84%. De daling wordt met name veroorzaakt door de ongunstige renteontwikkeling die een verhogend effect heeft op de kostprijs, terwijl de betaalde premie niet of beperkt toeneemt vanwege premiedemping.
Een premiedekkingsgraad van 79% betekent dat er voor elke € 1 opbouw van pensioenwaarde € 0,79 aan premie wordt betaald. De overige € 0,21 wordt als het ware uit het vermogen van het fonds betaald. De dekkingsgraad verwatert hierdoor bij fondsen met een lage premiedekkingsgraad, in bepaalde gevallen met wel een procent per jaar. DNB heeft berekend (pdf) dat in 2017 ongeveer € 8 miljard aan nieuwe pensioenopbouw ten laste van het fondsvermogen is gegaan. De premiedekkingsgraad is daarom van belang voor de evenwichtigheid en financiële positie van het fonds.
De premiedekkingsgraad voor 2018 toont een gunstiger beeld. Door een positieve renteontwikkeling is de premiedekkingsgraad met circa 3%-punt toegenomen. Een tweede verbetering treedt op door de verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 68 jaar per 1 januari 2018. De kosten voor pensioenopbouw nemen hierdoor af. Veel pensioenfondsen hebben echter besloten om de feitelijke premie naar aanleiding hiervan niet te wijzigen, om de premiedekkingsgraad en financiële positie van het fonds te verbeteren. Ten slotte hebben enkele fondsen de feitelijke premie zelfs verhoogd. Minister Koolmees heeft op 22 augustus de Eerste Kamer geïnformeerd over de ontwikkeling van de pensioenpremies, de cijfers over de feitelijke premie bevestigen het beeld dat de feitelijke premie gemiddeld gezien is toegenomen. De brief gaat niet in op de ontwikkeling van de premiedekkingsgraad. In totaliteit schatten wij in dat de gemiddelde premiedekkingsgraad met grofweg 8%-punt is toegenomen naar 87%.
De premiedekkingsgraad voor 2019 lijkt, op basis van de rentestand per eind juli 2018, bij ongewijzigd beleid op een vergelijkbaar niveau te blijven. De gemiddelde marktrente is in de eerste helft van 2018 iets toegenomen. In de rentecurve voor pensioenfondsen wordt echter de UFR toegepast. De UFR is in de eerste helft van 2018 gedaald van 2,6% naar 2,4%. Naar verwachting zal de UFR per eind 2018 verder zijn gedaald tot 2,3%. De premiedekkingsgraad zal dan met ongeveer 1%-punt afnemen.
Op basis van de huidige markomstandigheden zal de premiedekkingsgraad voor 2019 rond de 87% blijven. Hoewel dat niveau minder zorgelijk is dan de premiedekkingsgraden die enkele jaren geleden gangbaar waren, verdienen dergelijke premiedekkingsgraden naar onze mening – zeker wanneer het niveau langdurig significant lager is dan de fondsdekkingsgraad – de uitdrukkelijke aandacht van het bestuur.