Grote kans dat je dit artikel nog steeds leest onder de slechte ergonomische omstandigheden van het nieuwe normaal. Mogelijk zit je opgevouwen op zolder aan een te klein bureau tussen de CV-ketel en de wasmachine, of vecht je met je eveneens thuiswerkende wederhelft om de beste plek qua wifi-signaal aan wat ooit de keukentafel was. Een slechte werkhouding kan vervelende klachten opleveren, zeker op de langere termijn. Geen nood, hieronder tref je 5 oefeningen voor een betere (risico)houding. Deze korte oefeningen stimuleren de bloedsomloop en hebben een rustgevend effect op lichaam en geest. Geen slecht idee nu het land nog steeds oranje kleurt. En in de tussentijd hoef je je niet te vervelen, want en passant steek je een hoop op over de risicohouding in het nieuwe pensioenstelsel.
Klaar? Daar gaan we.
01
Het allerbelangrijkst is dat je je volledig ontspant. Als je de hele dag hebt gezeten, ga dan nu even staan. Maak contact met de aarde, voel de houten zoldervloer en dat ene kleine legoblokje van je jongste kind.
Maar goed, ontspan.
Laat je schouders lekker losjes hangen.
Adem in, adem uit. Ontspan.
Adem in, adem uit. Ontspan!
In het nieuwe pensioenstelsel wordt, in beide contracten, bekeken hoe het beleid geoptimaliseerd kan worden door middel van maatwerk naar leeftijd. Dat beleid moet vervolgens, net als nu, getoetst worden aan de risicohouding. Het is dan ook volstrekt logisch dat die toets straks eveneens leeftijdsafhankelijk wordt. Een leeftijdsafhankelijke risicohouding dus. Precies! Ontspan. Goedzo. Haal nu desnoods je schouders op, maar lees vooral verder.
02
Trek je kin iets in. Draai je hoofd rustig naar links en dan rustig naar rechts. Alsof je ‘nee’ schudt eigenlijk. Tien- tot vijftienmaal herhalen. Wacht, we helpen je even.
Veel doorrekeningen voor het nieuwe stelsel veronderstellen een ongewijzigd beleggingsbeleid. Dat is gek, toch? Want verandert de risicohouding bij een ander contract? Het is logischer om de risicohouding ongewijzigd te laten (maar dan omgezet naar een leeftijdsafhankelijke risicohouding) en het beleggingsbeleid daarop te herijken. Het contract deelt het risico op een bepaalde (nieuwe)
manier toe, en om recht te blijven doen aan dezelfde risicohouding moet het beleggingsbeleid dus wijzigen. De risicohouding ligt immers een abstractieniveau hoger dan het contract of het beleggingsbeleid.
03
De volgende oefening vereist enige ruimte. Ga op je rug liggen met je benen recht omhoog en je armen gespreid. Zorg ervoor dat je je beeldscherm nog kunt zien. Breng langzaam je benen aan de linkerkant naar beneden. Breng ze nu terug naar de beginpositie en dan langzaam naar beneden aan de rechterkant. Herhaal dit vijf tot tien keer. Beginners kunnen starten met gebogen benen en daarna geleidelijk toewerken naar gestrekte benen. Dit doet wonderen voor je externe schuine buikspieren en versterkt ook je onderrug.
De conclusie tot nu toe is helder, het nieuwe pensioenstelsel vraagt om het aanpassen van het beleggingsbeleid aan een voortaan leeftijdsafhankelijke risicohouding. Hoe dit aan te pakken tijdens de transitie naar het nieuwe contract is misschien minder helder. Een complicerende factor is namelijk dat de huidige collectieve risicohouding moet worden vertaald naar een leeftijdscohortspecifieke definitie ervan. Voordat u zich hierbij in allerlei bochten gaat wringen: het ligt naar onze mening voor de hand om bij die transitie uw risicohouding en beleidsuitgangspunten te vertalen naar termen die aansluiten bij het nieuwe contract en de leeftijdsafhankelijke vorm. Over het algemeen zullen de achterliggende principes van de huidige beleidsuitgangspunten hierbij nog steeds van pas komen.
04
Ga op je stoel zitten of voor je bureau/keukentafel staan. Je voeten plat op de grond. Leg je rechterenkel op je linkerknie (als je zit) of leg gelijktijdig je rechterknie en -enkel op het bureau-/tafelblad (als je staat). Zorg ervoor dat je enkel en knie op dezelfde hoogte liggen. Probeer daarbij een hoek van 90 graden aan te houden. Niet forceren. Blijf rechtop zitten/staan en buig wat voorover voor meer spanning op de spieren. Houd dit 30 seconden per been vast.
Misschien had je op basis van het voorgaande deze conclusie zelf al getrokken, maar voor de zekerheid geven we hier toch een kleine waarschuwing. Premieovereenkomsten - zoals opgenomen in het pensioenakkoord - worden beschouwd als eenvoudiger dan uitkeringsovereenkomsten. In veel opzichten is dat terecht, maar voor de monitoring geldt dat zeker niet. Die wordt complexer, want die dient straks ook leeftijdsafhankelijk te worden.
05
Sta rechtop met je voeten tegen elkaar. Buig vanuit je middel voorzichtig voorover met een rechte rug en probeer met je vingertoppen je tenen te raken. Houd je benen hierbij gestrekt. Mocht dit niet lukken, zoek dan in huis naar een kleine bal (bijvoorbeeld een hockey-, tennis-, golf- of jeu de boulesbal). Leg de bal onder de zool van je linkervoet en rol deze met ferme druk in de lengterichting op en neer, van je tenen naar je hiel en terug. Zorg ervoor dat je ook de binnen- en buitenrand van je voetzool volledig meeneemt. Herhaal dit na ongeveer één minuut bij de andere voet. Ga nu weer rechtop staan en probeer je tenen nogmaals aan te raken.
Op dit moment schrijft de wet bij premieovereenkomsten voor dat de risicohouding tot uitdrukking komt in een gekozen aanvaardbare maximale afwijking ten opzichte van het verwachte scenario. Anders dan bij uitkeringsovereenkomsten (haalbaarheidstoets) zijn er echter geen eenduidige rekenregels vastgelegd voor de vaststelling en toetsing van die maximaal toegestane afwijking. Bovendien speelt het beoogde uitkeringsniveau van de regeling nu geen enkele rol bij die risicohouding. Het is daarmee onduidelijk welk doel – bijvoorbeeld een bepaald percentage van de gemiddelde pensioengrondslag – wordt nagestreefd en hoeveel risico gelopen kan of moet worden om dit te bereiken. Hierdoor ontbreekt een signaalfunctie ten aanzien van het verwachte pensioen die aanleiding kan zijn voor overleg met of tussen sociale partners. De consultatieteksten van december 2020 kondigen aan dat de risicohouding in de Wet toekomst pensioenen deze dimensie wel zal kennen, en dat behalve deze doelstelling een derde maatstaf wordt toegevoegd, waarmee een grens wordt gesteld aan de mate van verandering van de uitkeringshoogte.
Naar onze mening moet de risicohouding, in een uniforme definitie (dus niet alleen op basis van maximale afwijking zoals in het huidige wettelijke voorschrift, maar ook op basis van een pensioendoel), een fundamentele rol krijgen in de totstandkoming van de nieuwe regelingen in het nieuwe pensioenstelsel.
Herhaal bovenstaande tekst en oefeningen minstens driemaal daags. Voor meer informatie en oefenmateriaal kunt u contact opnemen met Wichert Hoekert of Martin Jonk.