Op 12 oktober heeft staatssecretaris Wiersma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die de honneurs waarneemt voor Koolmees nu deze informateur is geworden, een voorstel aan de Tweede Kamer gestuurd met betrekking tot de mogelijkheden tot uitstel van het bedrag ineens op de pensioenleeftijd.
Deze mogelijkheid tot uitstel is bedoeld om de fiscale consequenties van uitkering ineens bij pensionering voor of rond de AOW-leeftijd te beperken. Dat zou gebeuren door iedereen die voor de AOW-leeftijd pensioneert in de gelegenheid te stellen de uitkering ineens uit te stellen tot 1 februari van het jaar na de AOW-datum, waarbij de maximale hoogte gelijk zou worden gesteld aan 10% van de waarde van het ouderdomspensioen op die uitgestelde datum.
Pensioenuitvoerders gaven aan deze vormgeving onuitvoerbaar te achten, en naar aanleiding daarvan zegde minister Koolmees bij de kamerbehandeling in januari toe andere invullingen te zullen onderzoeken.
In het voorstel dat nu wordt gedaan wordt de groep die in aanmerking komt veel kleiner, wordt de uitkeringshoogte anders bepaald, en verschuift het uitgestelde uitkeringsmoment. De groep wordt beperkt tot alleen diegenen die pensioneren in de maand van hun AOW-datum of op de eerste dag van de maand erna. De maximale uitkeringshoogte is 10% van de waarde van het ouderdomspensioen op de pensioendatum, en de verlaagde uitkering gaat direct vanaf pensionering in. Rekentechnisch is dat aanzienlijk eenvoudiger dan in de oorspronkelijke opzet, omdat de waarde daarin zou wijzigen tussen pensionering en moment van uitkering en ook de uitkeringshoogte zou verspringen op de AOW-leeftijd. Daarnaast wordt het uitgestelde uitkeringsmoment niet 1 februari maar in de maand januari van het jaar na de AOW-datum.
De wet, die al door de Tweede en Eerste Kamer is aangenomen, wordt waar het het bedrag ineens betreft van kracht op 1 januari 2023. Vanaf die datum moet aan iedereen die pensioneert de keuze worden aangeboden om op de pensioenleeftijd maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen ineens uit te laten keren.
Wetstekst | Nieuw voorstel | |
---|---|---|
Uitstel uitkeringsmoment mogelijk voor… | Iedereen die pensioneert voor de AOW-leeftijd | Iedereen die pensioneert in de maand van de AOW-datum of de eerste van de maand erna |
Moment van uitgestelde betaling | 1 februari van het jaar na de AOW-datum | In januari van het jaar na de AOW-datum |
Maximale hoogte eenmalige uitkering | 10% van de waarde van het ouderdomspensioen op de uitgestelde uitbetalingsdatum | 10% van de waarde van het ouderdomspensioen op de pensioendatum |
Uitkeringspatroon | Volledige uitkering tot de datum van uitgestelde betaling, verlaagde uitkering nadien | Verlaagde uitkering gaat direct op de pensioendatum in |
Bij overlijden tussen pensioendatum en moment van uitgestelde betaling | Geen bijzonderheden (eenmalige uitkering vervalt bij overlijden voor het uitgestelde moment van betaling) | Verschil tussen volledige en verlaagde uitkering wordt gecompenseerd over de periode vanaf de pensioendatum |
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wichert Hoekert.