Dat is per brief op 5 november jl. aan de Tweede Kamer bekend gemaakt. Zoals bekend is vanaf 2026 de AOW-gerechtigde leeftijd automatisch gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Daartoe is wettelijk bepaald dat een eventuele verdere verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd jaarlijks wordt bepaald aan de hand van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd.
Eerder is de AOW-leeftijd voor 2024 en 2025 ook vastgesteld op 67 jaar. Zoals hierboven omschreven wordt vanaf 2026 de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. De eventuele verhoging wordt telkens vijf jaar van te voren aangekondigd. De AOW-gerechtigde leeftijd is derhalve onlangs vastgesteld voor 2027. Vorig jaar is de AOW-gerechtigde leeftijd voor 2026 eveneens op 67 jaar vastgesteld.
De pensioenrichtleeftijd is op een vergelijkbare wijze gekoppeld aan de levensverwachting als de AOW-gerechtigde leeftijd. Met betrekking tot de pensioenrichtleeftijd wordt jaarlijks gekeken of de ontwikkeling van de levensverwachting leidt tot een verdere verhoging van de pensioenrichtleeftijd. Een dergelijke verhoging van de pensioenrichtleeftijd wordt steeds ten minste één jaar van tevoren bekendgemaakt. Uit de prognose van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd volgt dat de pensioenrichtleeftijd ook in 2023 68 jaar blijft.
Bij de indiening van het wetsvoorstel verandering koppeling AOW-leeftijd in juli 2020 bleek dat bij de toepassing van de eerdere systematiek die ten grondslag lag aan de berekening van de pensioenrichtleeftijd (de zogeheten 1-op 1 koppeling) een leeftijd van 69 jaar pas in 2029 aan de orde zou zijn. Door de invoering van de wet verandering koppeling AOW-leeftijd wordt dat naar alle waarschijnlijkheid aanzienlijk later.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Mike Veerman.