Het ministerie heeft op 30 juni 2022 voorgesteld dat de mogelijkheid tot uitstel van de uitkering van het bedrag ineens tot na de pensioenleeftijd wordt gewijzigd (en qua doelgroep aanzienlijk beperkt) ten opzichte van de wet die formeel inmiddels van kracht is. De wijziging is geheel conform het voorstel dat toenmalig tijdelijk staatssecretaris Wiersma vorig jaar aan de kamer stuurde. Tot en met 7 september kan de Tweede Kamer schriftelijke vragen indienen over de voorgestelde wijziging.
Omdat inmiddels de voorbereidingstijd voor uitvoerders te kort zou worden, is onderdeel van het voorstel om de invoeringsdatum uit te stellen naar 1 juli 2023. Dat geldt niet alleen voor de uitstelmogelijkheid maar in het geheel voor het bedrag ineens. De Pensioenfederatie had eerder op dit uitstel aangedrongen.
Een gevolg van het uitstel is dat deelnemers die in de eerste helft van 2023 pensioneren de mogelijkheid van een uitkering van 10% van de waarde van hun ouderdomspensioen niet zullen hebben. Pensioenfondsen en uitvoeringsinstanties hebben een half jaar extra de tijd om beleid vast te stellen, bijvoorbeeld omtrent de waardering van de uit te keren bedragen en de actualiseringsfrequentie van de daarbij te hanteren grondslagen, maar ook inzake communicatie en keuzebegeleiding.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wichert Hoekert.