Ga naar de hoofdinhoud
main content, press tab to continue
Artikel | Pensioen Update

Nadere bepalingen inzake de evenwichtigheid

Oktober 26, 2022

Lees meer over de twee brieven die Minister Schouten naar de kamer heeft gezonden over aanvullende normen inzake de evenwichtigheid die vanuit de overheid gesteld zouden kunnen of moeten worden.
Retirement
Pensioenakkoord

In het wetgevingsoverleg is onder meer veel gesproken over aanvullende normen inzake de evenwichtigheid die vanuit de overheid gesteld zouden kunnen of moeten worden. Naar aanleiding daarvan heeft minister Schouten op 6 oktober en op 17 oktober een tweetal brieven aan de kamer gezonden waarin daaraan vorm wordt gegeven.

In de eerste plaats stelt het ministerie voor dat de standaardmethodiek de norm wordt voor invaren. Alleen gemotiveerd kan daarvan worden afgeweken, en daarvoor zullen vier voorbeelden worden benoemd: fondsen met een onvoorwaardelijk toeslagbeleid, fondsen met een bestaande bijstortingsbepaling, fondsen met een complexe regeling met veel uitzonderings- en overgangsbepalingen, en fondsen met hoge dekkingsgraden.

In de wetgeving zal worden bepaald dat een fonds om in te mogen varen een dekkingsgraad van ten minste 90% moet hebben. Eventueel kunnen kortingsmaatregelen nodig zijn om die dekkingsgraad te behalen. Het betreft, zo wordt in een voetnoot gesteld, de dekkingsgraad na afzondering van het minimaal vereist eigen vermogen. Wij nemen aan dat daar het minimaal vereist eigen vermogen in de nieuwe regeling, en niet dat in de huidige wordt bedoeld. Het vermogen na invaren moet voor elke deelnemer (ook bij toepassing van de Value Based ALM methodiek) ten minste 95% van de uitkomst van rechtstreekse toepassing van de standaardmethodiek zijn, of indien dat lager is ten minste de voorzieningswaarde. Hier zal de geslachtsneutraal vast te stellen voorzieningswaarde worden bedoeld. Bij de huidige dekkingsgraden zal die tweede restrictie over het algemeen bepalend zijn.

Als het nodig is deelnemers minder dan hun voorzieningswaarde mee te geven, dan mag het niet zo zijn dat andere deelnemers meer dan hun voorzieningswaarde mee krijgen. Dat is met name relevant bij dekkingsgraden rond en onder de 100%. Bij dekkingsgraden onder de 105% mag hooguit 5% van het fondsvermogen worden gebruikt voor het vullen van een compensatiedepot, risicodelingsreserve of solidariteitsreserve.

Bij toepassing van de standaardmethodiek wordt het toegestaan voor alle gepensioneerden de aanpassing van de uitkeringshoogte gelijk te stellen. Bij hoge dekkingsgraden leidt dat tot aanzienlijke herverdelingen ten opzichte van rechtstreekse toepassing van de standaardmethodiek. Onduidelijk is op dit moment of ook tussenvarianten toegestaan zullen zijn, waarin de aanpassingen voor gepensioneerden wel leeftijdsafhankelijk blijven maar minder sterk dan in de standaardmethodiek het geval kan zijn.

Behalve in termen van nettoprofijt zullen in transitieplannen ook de verwachte pensioenuitkeringen moeten worden vergeleken tussen het huidige en de nieuwe regeling. Overigens zullen de uitkomsten daarvan niet alleen voor de transitie, maar ook nadien met deelnemers op individueel niveau gedeeld moeten worden. Dat laatste omdat de werkelijke uitkomsten aanzienlijk af kunnen wijken van die op het moment van de beoordeling van de evenwichtigheid ervan. In de brief van 6 oktober worden ook vervangingsratio’s genoemd, in die van 17 oktober niet meer. In lagere regelgeving kunnen, als de kamer daar reden toe ziet, kwantitatieve kaders worden gesteld.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wichert Hoekert.

Contact


Wichert Hoekert

Related content tags, list of links Artikel Pensioen Update Pensioen Pensioenakkoord
Contact us