Op 3 november jl. heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de voorlopige leidraad keuzebegeleiding gepubliceerd. Het voorgestelde artikel 48a van de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) introduceert een verplichting tot keuzebegeleiding voor pensioenuitvoerders. In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel wordt aangegeven dat hiermee beoogd een gedeeltelijke invulling te geven aan de leemte tussen informeren enerzijds en adviseren anderzijds. In dit artikel gaan wij in op de belangrijkste punten uit de AFM-leidraad.
Vanaf het moment dat de WTP in werking treedt, geldt de keuzebegeleidingsnorm. Deze open norm schrijft voor dat pensioenuitvoerders deelnemers een goede keuzebegeleiding dienen te bieden bij het maken van keuzes in pensioencontext, zodat een passende keuze kan worden gemaakt. Dit is belangrijk omdat de keuzes impact hebben op het pensioen van de deelnemers, en het maken van keuzes complex is.
Een pensioenuitvoerder dient in het kader van keuzebegeleiding minimaal te voldoen aan de volgende wettelijke vereisten:
In de leidraad worden drie belangrijke overwegingen gegeven die pensioenuitvoerders kunnen meenemen bij de inrichting, uitvoering en het doorlopend verbeteren van de keuzebegeleiding.
01
De keuzebegeleidingsnorm dient ertoe dat de deelnemer passende keuzes kan maken. Maar niet elke deelnemer heeft dezelfde behoeftes, kenmerken en vaardigheden bij het maken van pensioenkeuzes. Hoe beter de verstrekte informatie aansluit bij de behoefte en belevingswereld van de deelnemer, hoe groter de kans dat hij of zij de informatie tot zich zal nemen en zal begrijpen. Dit is ook relevant voor de keuzeomgeving, die afgestemd dient te worden op de (groepen) deelnemers.
02
Voorts kan de pensioenuitvoerder te maken hebben met deelnemers die geen actieve keuzes maken. Voor deze deelnemers is de keuze van de pensioenuitvoerder voor de standaardoptie belangrijk, omdat zij automatisch bij de standaardoptie zullen uitkomen.
03
Nadat de keuzebegeleidingsnorm in werking treedt en het proces hieromtrent is ingericht, is het van belang dat de keuzebegeleiding correct wordt uitgevoerd door de pensioenuitvoerder en dat de keuzebegeleiding adequaat blijft. Om zeker te stellen dat de keuzebegeleiding adequaat blijft, is het belangrijk om de keuzebegeleiding doorlopend te monitoren en periodiek diepgaander te evalueren. Zowel doorlopende monitoring als periodieke evaluatie kan leiden tot de noodzaak om de keuzebegeleiding te verbeteren.
Omdat de keuzebegeleidingsnorm geldt vanaf de inwerkingtreding van de WTP, kan de keuzebegeleidingsnorm nog wijzigen. De leidraad van de AFM is derhalve nog voorlopig.
De AFM is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de keuzebegeleidingsnorm. De AFM zal onder meer kijken naar de wijze waarop de keuzebegeleiding is ingericht en hoe is onderbouwd dat de gekozen inrichting leidt tot adequate keuzebegeleiding voor de deelnemers van de specifieke pensioenuitvoerder.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Mike Veerman.