DNB heeft via verschillende kanalen aandacht gevraagd voor de kwaliteit en volledigheid van de invaarsjablonen zoals die bij DNB worden ingediend. DNB raadt fondsen onder meer aan om het invaarsjabloon gedurende het hele besluitvormingsproces centraal te stellen.
In reactie op dat invaarsjabloon ontvangen fondsen bericht over de compleetheid, idealiter binnen twee weken. Bij de uiteindelijke beschikking kunnen voorschriften gelden die van kracht blijven tot het transitiemoment. Fondsen zullen vermoedelijk sowieso worden geacht melding te maken van eventuele relevante wijzigingen, en te rapporteren over de voortgang. Op een vooraf bepaalde datum zal het bestuur moeten verklaren dat op de beoogde transitiedatum aan de gestelde voorwaarden zal zijn voldaan. Daarnaast zal het vaak zo zijn dat onderdelen van het implementatieplan nog om actie van het fonds vragen. Ook kunnen er bevindingen zijn die voor de transitiedatum geadresseerd moeten zijn.
De AFM heeft, met het oog op lopende variabele uitkeringen maar ook vanwege het nieuwe stelsel, aangegeven dat pensioenuitvoerders een aankondigingstermijn van ten minste een maand moeten hanteren als variabele uitkeringen van hoogte veranderen. De meerderheid van de uitvoerders neemt die termijn nu niet in acht. Ook moet volgens de AFM de toedracht van de wijziging worden toegelicht, en moeten de eventuele consequenties voor de hoogte van het nabestaandenpensioen worden benoemd.
Deze aankondigingstermijn zal ook van toepassing zijn in het nieuwe stelsel. Daarmee dient rekening gehouden te worden in de uitvoeringspraktijk, en het moment waarop de resultaten in de uitkeringsniveaus worden verwerkt. Als het fonds daarbij uit wil gaan van in het kader van het jaarwerk gefinaliseerde cijfers is het gevolg daarvan dat aanpassing van de uitkeringen pas in het tweede kwartaal plaats kan vinden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wichert Hoekert