In vervolg op de kamerbrief van februari heeft het ministerie afgelopen vrijdag de aangekondigde consultatie over gelijke aanpassingen in de collectieve uitkeringsfase voor de solidaire premieovereenkomst opengesteld. De consultatiefase sluit op 25 mei.
Het voorstel bepaalt onder meer dat fondsen de vormgeving met een stochastische analyse moeten onderbouwen. Ook worden voorschriften voorgesteld voor de communicatie, zowel aan reeds gepensioneerden als aan actieven en slapers.
Fondsen moeten een boven- en ondergrens aan het spreidingsvermogen bepalen, zodat de uitkering enerzijds niet te laag aanvangt, en anderzijds geen te grote voorzienbare verlagingen in de eerste jaren na pensionering zal kennen. Bij wijze van voorbeeld: als het uitkeringsvermogen op het moment dat een deelnemer pensioneert 1.000 is, en het spreidingsvermogen -100, dan wordt de uitkering van de pensionerende deelnemer ruim 10% hoger dan wanneer het spreidingsvermogen nihil zou zijn – maar daar staat tegenover dat de uitkering in jaren nadien een onvoorwaardelijke daling bevat. Die kan vervolgens worden voorkomen of beperkt door positieve resultaten en door aanwending van de solidariteitsreserve.
In eerste instantie wordt aan alle gepensioneerden volledig beschermingsrendement (zowel voor renterisico als voor micro- en macrolanglevenrisico) toegekend, waarna afwijkingen ten opzichte daarvan via het spreidingsvermogen verlopen.
Gevolg van de voorgestelde methodiek lijkt te zijn dat deelnemers bij pensionering ten tijde van negatieve spreidingsvermogens gratis in aanmerking komen voor reparatie van de ingeprijsde verlagingen uit de solidariteitsreserve, voor zover deze daarvoor toereikend is.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wichert Hoekert.