Op 18 juli heeft DNB een verbeterde versie van het invaarsjabloon gepubliceerd. DNB dringt erop aan dat fondsen het invaarsjabloon centraal stellen in de voorbereidingen op het indienen van het invaarverzoek, en in toenemende mate zien wij dat fondsen daarnaar handelen.
Nadere aanpassing is aangekondigd voor eind augustus; dan zal ook de regeling die het mogelijk maakt gelijke aanpassingen voor gepensioneerden in de solidaire premieovereenkomst toe te passen worden verwerkt.
De aanpassingen zijn merendeels te beschouwen als verduidelijkingen. Op tabblad 25, dat ziet op evenwichtigheidsweging, zijn bij vraag 1.1 bijvoorbeeld de bandbreedtes toegevoegd. Eerder constateerde DNB al dat transitieplannen niet altijd afdoende bandbreedtes bevatten, en recent werd de guidance op dit punt verduidelijkt. Goede en voldoende specifieke bandbreedtes zijn nodig voor robuuste, complete besluitvorming: ze markeren het mandaat van sociale partners waarbinnen het fondsbestuur kan handelen. Het fonds moet gedurende de hele periode tussen besluitvorming en het daadwerkelijke transitiemoment bewaken dat het zich binnen die kaders blijft bewegen, en anders actie ondernemen.
Op tabblad 14 over de omrekenmethoden is verduidelijkt dat bij vraag 1.2b moet worden aangegeven op grond van welke argumenten het fonds een spreidingstermijn van korter of langer dan tien jaar meer passend van de hoofdregel. Op grond van wetgeving moet daarbij onder meer aannemelijk gemaakt worden dat de bestandssamenstelling daar aanleiding toe geeft. In publieke transitieplannen (overwegend van bedrijfstakpensioenfondsen) blijkt een aantal fondsen uit te gaan van kortere spreidingstermijnen; met name bij ondernemingspensioenfondsen met hogere dekkingsgraden zullen diverse fondsen juist uitgaan van langere spreidingstermijnen omdat daarmee meer recht wordt gedaan aan de vermogensverdeling zoals die bij voortzetting onder het FTK zou zijn geresulteerd.
Fondsen worden in beginsel geacht bij indiening uit te gaan van de meest recente versie van het invaarsjabloon. Als de periode tussen verschijning van een nieuwe versie en de indiening van een volledige invaarmelding kort is kan met de toezichthouder worden overlegd of de eerdere versie kan volstaan. Dat geldt niet voor partiële beoordelingen – daarvoor moet in alle gevallen de meest recente versie worden gehanteerd.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wichert Hoekert.