Naar aanleiding van overleg binnen het Platform Pensioentransitie hebben DNB en AFM aangegeven (althans voor niet verplichtgestelde fondsen) geen belemmeringen te zien voor collectieve vormgeving van de eenmalige keuzemogelijkheid voor reeds gepensioneerden bij invaren naar de flexibele premieovereenkomst. Aan deze reeds gepensioneerde deelnemers moet binnen een jaar na transitie de keuze tussen een vastgestelde en een variabele uitkering worden geboden. Voor de hand ligt dat de meeste fondsen die in zullen varen naar de flexibele premieovereenkomst zelf alleen de variabele uitkering aan zullen bieden, zodat deelnemers die voorkeur hebben voor een vastgestelde uitkering die buiten het fonds zullen moeten aangaan.
Ook omdat niet gezegd is dat er sprake zal zijn van effectief aanbod aan individuele annuïteiten, met name voor oudere gepensioneerden, lijkt een collectieve vorm uitkomst te kunnen bieden. De vormgeving ervan vraagt daarbij de tijdige aandacht, in het bijzonder als het fonds de deelnemers die voorkeur hebben voor een vastgestelde uitkering hun aandeel in de te vormen risicodelingsreserve daarbij mee willen geven. De Pensioenfederatie had in de consultatie bij de Wet toezeggingen pensioenonderwerpen aandacht gevraagd voor de kostenvoorziening en de omgang daarmee bij keuze voor een vastgestelde uitkering buiten het fonds. DNB heeft aangegeven dat fondsen deelnemers hun aandeel in de kostenvoorziening niet mee kunnen geven.