Op 4 november heeft DNB de Q&A over de kostenvoorziening geactualiseerd, en daarmee kenbaar gemaakt dat ook in de nieuwe contractsvormen sprake blijft van een wettelijke verplichting om een kostenvoorziening aan te houden buiten de persoonlijke pensioenvermogens. Dat geldt zowel in de solidaire als in de flexibele premieovereenkomst.
DNB geeft aan dat het in het nieuwe stelsel zal moeten gaan om een kostenvoorziening vast te stellen in euro’s. Anders dan in het FTK ligt een kostenvoorziening als vast percentage van de verplichtingen minder voor de hand, omdat de volatiliteit van de verplichtingen geen verband houdt met die van de kostenvoorziening. Dat heeft ook gevolgen voor de wijze waarop met toevoeging en vrijval wordt omgegaan.
Nog altijd kan bij de kostenvoorziening worden uitgegaan van overdracht naar een andere uitvoeringsvorm, zoals veel fondsen dat nu doen, maar mede omdat fondsen niet meer uit zullen gaan van procentuele kostenvoorzieningen zal het minder eenvoudig zijn om dat op realistische basis te doen. Daarnaast wordt de afweging een andere dan in het huidige stelsel. Bij een kostenvoorziening die uitgaat van schaalvergroting moet het meerdere aan kosten dat zich voordoet zolang die schaalvergroting uitblijft op de premie worden verhaald. Nu dempingsaspecten wegvallen in de premiesystematiek wordt dat een meer transparante en prominente verdelingsvraag.