Ga naar de hoofdinhoud
main content, press tab to continue
Artikel | Pensioen Update

DNB staat een alternatief ingroeipad toe

Door Bert Hogendoorn en Wichert Hoekert | Oktober 21, 2022

In de publicatie van 4 oktober geeft DNB aan, op verzoek van het ministerie, ruimte en reden te hebben gezien om een alternatief ingroeipad voor de minimaal te veronderstellen inflatie toe te staan.
Retirement
Pensioenakkoord

Zoals aan het begin van elk kwartaal heeft DNB begin oktober het ingroeipad voor de minimaal te veronderstellen inflatie gepubliceerd; de invulling van lid 2 van artikel 23a van het Besluit FTK. Vanwege het huidige inflatieniveau is dat nu belangrijker dan ooit eerder in het bestaan ervan. De CPB-uiting waarop DNB zich baseert leidt nu tot een inflatiecijfer voor 2022 van 11,3%. In april gingen wij al in op de gevolgen die een dergelijk hoge inflatie heeft binnen het FTK.

In de publicatie geeft DNB aan, op verzoek van het ministerie, ruimte en reden te hebben gezien om een alternatief ingroeipad toe te staan. Daarin wordt voor 2023 niet geleidelijk toegegroeid naar het langetermijnniveau van 1,9%, maar conform de aangehaalde CPB-publicatie direct naar 2,9%. Fondsen kunnen zonder daar nog separaat toestemming voor te vragen gebruik maken van het alternatieve ingroeipad.

Voor fondsen die het ingroeipad niet hebben gefixeerd leidt het alternatieve ingroeipad voor fondsen die uitgaan van prijsinflatie tot een kostendekkende premie die ruim 10% lager is dan met het reguliere ingroeipad. Voor fondsen die hun toeslagbeleid geheel baseren op de prijsinflatie is het gevolg dat de grens voor toekomstbestendige indexatie niet rond de 150% maar op ongeveer 140% uitkomt. Ook voor fondsen die gebruikmaken van de versoepelde toeslagregels is dat relevant, zij moeten immers onder meer verantwoorden hoe veel ruimer hun toeslag kan zijn dan bij voortzetting van hun regulier beleid.

Overigens zijn er fondsen die het ingroeipad in de premiestelling zodanig toepassen dat het eerste jaar ervan in de waardering buiten beschouwing blijft, vanuit de redenering dat de opbouw waarop de kostendekkende premie tot stand komt pas ontstaat nadat het eerste toekenningsmoment voor toeslagverlening heeft plaatsgevonden.

De hoge inflatie en het alternatieve ingroeipad zijn verder onder meer relevant bij het vaststellen van de kostenvoorziening en van de reële dekkingsgraad.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bert Hogendoorn of Wichert Hoekert.

Auteurs



Member of the Retirement leadership team

LinkedIn|Twitter


Related content tags, list of links Artikel Pensioen Update Pensioen Pensioenakkoord
Contact us